"Un cappuchiiiiiiiiino!" schalt een mannenstem op het terras. Als ik mijn ogen dicht had gehad, zat ik nu op een piazza in Florence waar een oud heertje in rokkostuum een koffie met het meest romige melkschuim op tafel zet. Maar ik heb mijn ogen niet dicht. Ik zie een slungelige Hollandse jongen die iedere cappuccino ongevraagd voorziet van een beetje Italiaanse flair. En dan bedoel ik echt iedere bestelde cappuccino.
Ik staar naar het geel, groen en rode neonbord. ‘Ethiopisch restaurant’ staat er. Ik fiets hier dagelijks langs en iedere keer vraag ik me af wat daar nou gebeurt. Ik heb namelijk echt geen idee wat typisch Ethiopisch is. “Je krijgt een hele grote deegflap en daar gooi je allemaal hapjes op”, zegt ze als we langs fietsen. Noem het dan gewoon een pannenkoekenrestaurant.