"Un cappuchiiiiiiiiino!" schalt een mannenstem op het terras. Als ik mijn ogen dicht had gehad, zat ik nu op een piazza in Florence waar een oud heertje in rokkostuum een koffie met het meest romige melkschuim op tafel zet. Maar ik heb mijn ogen niet dicht. Ik zie een slungelige Hollandse jongen die iedere cappuccino ongevraagd voorziet van een beetje Italiaanse flair. En dan bedoel ik echt iedere bestelde cappuccino.
Een siliconen keukenkwastje. Typisch zo’n ding waar je thuis minutenlang naar kijkt en je tegelijkertijd afvraagt waarom je het in hemelsnaam hebt gekocht. Superhandig natuurlijk dat ik mijn Danerolles-croissantjes op zondag kan voorzien van een mooi bruin glimmend laagje, maar voor dat ene ontbijtje op bed per jaar lukt dat vast ook wel gewoon met mijn vingers.