In het middenstuk van de trein staat een vrouw haar handtas opnieuw in te pakken. Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel orde ze op zo'n klein gebied kan aanbrengen. Flesje water, notitieblok, pennen, lipstick, oogcrème zakdoekjes, telefoon. Alleen dat doosje zoetjes, dat was iets te ambitieus. Hoewel de treinreis naar Hilversum nu in ieder geval een stuk zoeter zal smaken.
Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.