In het middenstuk van de trein staat een vrouw haar handtas opnieuw in te pakken. Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel orde ze op zo'n klein gebied kan aanbrengen. Flesje water, notitieblok, pennen, lipstick, oogcrème zakdoekjes, telefoon. Alleen dat doosje zoetjes, dat was iets te ambitieus. Hoewel de treinreis naar Hilversum nu in ieder geval een stuk zoeter zal smaken.
Ik moet iets bekennen: ik ben een slecht mens. Terwijl ik net met de laatste kracht vanuit mijn tenen mijn wekelijkse hardlooprondje probeer te halen, word ik nonchalant ingehaald door een man met een babywagen in zijn handen. Hij lacht onschuldig naar me, net zoals zijn baby die vredig ligt te slapen. Het enige wat ik denk is: 'Kom op Joris, sprintje erbij en pootje lappen.'