Op het perronbankje zitten een man en een vrouw met hun benen languit op hun koffer. Ze zijn duidelijk net terug van vakantie. Als hij plots zijn zongebruinde been omhoog tilt, klinkt er een harde scheet. Zo'n knetterende waar het hele bankje van trilt. 'Doe es normaal joh' snauwt zijn vrouw. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt zonder enige vorm van ironie of sarcasme: 'maar dit doe ik toch normaal ook?'
Men neme een kerk, een marktplein en een kroeg. Gooi er een paar eeuwen later nog een ijssalon bij en je hebt gegarandeerd volk. En kinderen die om spikkels zeuren. Soms valt het alleen een beetje stil op straat in de zomer. Daar hebben ze in Venray wat op gevonden: zet twee terrassen recht tegenover elkaar en doe een wedstrijdje wie het langst de ander kan aanstaren.