Op het perronbankje zitten een man en een vrouw met hun benen languit op hun koffer. Ze zijn duidelijk net terug van vakantie. Als hij plots zijn zongebruinde been omhoog tilt, klinkt er een harde scheet. Zo'n knetterende waar het hele bankje van trilt. 'Doe es normaal joh' snauwt zijn vrouw. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt zonder enige vorm van ironie of sarcasme: 'maar dit doe ik toch normaal ook?'
“Zullen we een kop koffie doen?” Deze ogenschijnlijk doodnormale vraag heeft een geheel nieuwe betekenis gekregen. Het gaat niet om het zwarte goud dat dampend uit een kopje de weg naar je mond vindt, nee, het is een synoniem voor netwerken en het binnenhalen van nieuwe opdrachten. Van koffiebar naar koffiebar. Kijk, daar stuitert weer een zzp’er langs.