Op het perronbankje zitten een man en een vrouw met hun benen languit op hun koffer. Ze zijn duidelijk net terug van vakantie. Als hij plots zijn zongebruinde been omhoog tilt, klinkt er een harde scheet. Zo'n knetterende waar het hele bankje van trilt. 'Doe es normaal joh' snauwt zijn vrouw. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt zonder enige vorm van ironie of sarcasme: 'maar dit doe ik toch normaal ook?'
Ik staar naar het geel, groen en rode neonbord. ‘Ethiopisch restaurant’ staat er. Ik fiets hier dagelijks langs en iedere keer vraag ik me af wat daar nou gebeurt. Ik heb namelijk echt geen idee wat typisch Ethiopisch is. “Je krijgt een hele grote deegflap en daar gooi je allemaal hapjes op”, zegt ze als we langs fietsen. Noem het dan gewoon een pannenkoekenrestaurant.