Op het perronbankje zitten een man en een vrouw met hun benen languit op hun koffer. Ze zijn duidelijk net terug van vakantie. Als hij plots zijn zongebruinde been omhoog tilt, klinkt er een harde scheet. Zo'n knetterende waar het hele bankje van trilt. 'Doe es normaal joh' snauwt zijn vrouw. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt zonder enige vorm van ironie of sarcasme: 'maar dit doe ik toch normaal ook?'
Op. Leeg. Niks. Ik heb zo geen idee wat ik vandaag moet schrijven, dat ik het zolang mogelijk heb uitgesteld. Tot nu. Nu moet ik echt. Beetje druk op die ketel en hopen dat het nog op tijd lukt. Het is ook niet dat ik niks heb meegemaakt vandaag. Eerder te veel zelfs. Misschien is dat het wel. Hoe prop je twintig avonturen in vijf regels? Kwestie van een beetje eromheen lullen.