Op het perronbankje zitten een man en een vrouw met hun benen languit op hun koffer. Ze zijn duidelijk net terug van vakantie. Als hij plots zijn zongebruinde been omhoog tilt, klinkt er een harde scheet. Zo'n knetterende waar het hele bankje van trilt. 'Doe es normaal joh' snauwt zijn vrouw. Hij kijkt haar verbaasd aan en zegt zonder enige vorm van ironie of sarcasme: 'maar dit doe ik toch normaal ook?'
Je hebt twee soorten mensen. Mail-mensen en bel-mensen. Zoals het doet vermoeden doet de ene helft alles het liefste via de telefoon en propt de ander zijn gedachten in een digitaal envelopje. Prima verdeling lijkt het, totdat mail-mensen je gaan bellen en bel-mensen je gaan mailen. Resultaat: verbale kortsluiting. Waar is de fax als je hem nodig hebt?