Ik moet iets bekennen: ik ben een slecht mens. Terwijl ik net met de laatste kracht vanuit mijn tenen mijn wekelijkse hardlooprondje probeer te halen, word ik nonchalant ingehaald door een man met een babywagen in zijn handen. Hij lacht onschuldig naar me, net zoals zijn baby die vredig ligt te slapen. Het enige wat ik denk is: 'Kom op Joris, sprintje erbij en pootje lappen.'
Een vader komt samen met zijn zoontje en dochter binnen om te lunchen. Het jongetje bestelt stoer een tosti zoals grote mensen dat doen. Zodra zijn bestelling op tafel komt is zijn stoere blik echter snel verdwenen. Op het bord ligt volgens plan een tosti met een klein bakje tomatenketchup, maar daarnaast staat nog een schaaltje. “Moet ik die salade ook opeten?”