Ik moet iets bekennen: ik ben een slecht mens. Terwijl ik net met de laatste kracht vanuit mijn tenen mijn wekelijkse hardlooprondje probeer te halen, word ik nonchalant ingehaald door een man met een babywagen in zijn handen. Hij lacht onschuldig naar me, net zoals zijn baby die vredig ligt te slapen. Het enige wat ik denk is: 'Kom op Joris, sprintje erbij en pootje lappen.'
“Neem maar gewoon wat lekkers mee, maakt niet uit wat!”, schreeuwt ze van de ene kant van de straat naar haar vriendin die op het punt staat om de Albert Heijn in te lopen. Nog voordat ze de schuifdeuren passeert, schreeuwt ze er achteraan: “Doe maar zo’n grote zak, die dure, en ik wil absoluut géén naturel, paprika of ribbelchips. OK?”