Ik moet iets bekennen: ik ben een slecht mens. Terwijl ik net met de laatste kracht vanuit mijn tenen mijn wekelijkse hardlooprondje probeer te halen, word ik nonchalant ingehaald door een man met een babywagen in zijn handen. Hij lacht onschuldig naar me, net zoals zijn baby die vredig ligt te slapen. Het enige wat ik denk is: 'Kom op Joris, sprintje erbij en pootje lappen.'
Op. Leeg. Niks. Ik heb zo geen idee wat ik vandaag moet schrijven, dat ik het zolang mogelijk heb uitgesteld. Tot nu. Nu moet ik echt. Beetje druk op die ketel en hopen dat het nog op tijd lukt. Het is ook niet dat ik niks heb meegemaakt vandaag. Eerder te veel zelfs. Misschien is dat het wel. Hoe prop je twintig avonturen in vijf regels? Kwestie van een beetje eromheen lullen.