Ik moet iets bekennen: ik ben een slecht mens. Terwijl ik net met de laatste kracht vanuit mijn tenen mijn wekelijkse hardlooprondje probeer te halen, word ik nonchalant ingehaald door een man met een babywagen in zijn handen. Hij lacht onschuldig naar me, net zoals zijn baby die vredig ligt te slapen. Het enige wat ik denk is: 'Kom op Joris, sprintje erbij en pootje lappen.'
Je hebt twee soorten mensen. Mail-mensen en bel-mensen. Zoals het doet vermoeden doet de ene helft alles het liefste via de telefoon en propt de ander zijn gedachten in een digitaal envelopje. Prima verdeling lijkt het, totdat mail-mensen je gaan bellen en bel-mensen je gaan mailen. Resultaat: verbale kortsluiting. Waar is de fax als je hem nodig hebt?