Midden in de stationshal staat een zakenman uit het boekje: lange wollen jas, grijze sjaal vakkundig om zijn nek geknoopt, het haar strak naar achter gekamd en aan zijn pols een leren aktetas die matcht met zijn schoenen. Deze zakenman is anders. Hij staat te zwaaien met zijn smartphone zoals een ridder met een zwaard. Vast in de verkeerde tijd geboren.
Vanuit een hoekje achter de bar komt ze stilletjes aangelopen. Voor ik het weet zit ze naast me op de bank en flirt ze met me. Haar donkerbruine ogen kijken me indringend aan. Ze zucht als ik dichterbij kom en met mijn handen door haar zachte haren ga. Ineens loopt ze weg en lonkt ze naar een ander. Zie je wel, alle katten zijn sletten.