Midden in de stationshal staat een zakenman uit het boekje: lange wollen jas, grijze sjaal vakkundig om zijn nek geknoopt, het haar strak naar achter gekamd en aan zijn pols een leren aktetas die matcht met zijn schoenen. Deze zakenman is anders. Hij staat te zwaaien met zijn smartphone zoals een ridder met een zwaard. Vast in de verkeerde tijd geboren.
Elke dag staat hij op zijn vaste plek naast de ingang, met in zijn handen de daklozenkrant. Hij lijkt op een grote bruine beer, alleen dan niet bruin, maar wel net zo groot met wilde lange haren. Hij groet me als ik weer naar buiten loop en ik besluit een krant te kopen. Voor het eerst zie ik zijn lach en zijn gebrek aan tanden. Deze beer heeft al heel wat avonturen verslonden.