Midden in de stationshal staat een zakenman uit het boekje: lange wollen jas, grijze sjaal vakkundig om zijn nek geknoopt, het haar strak naar achter gekamd en aan zijn pols een leren aktetas die matcht met zijn schoenen. Deze zakenman is anders. Hij staat te zwaaien met zijn smartphone zoals een ridder met een zwaard. Vast in de verkeerde tijd geboren.
“Hoe heet je?”, vraagt een jongen met een Foodora rugzak aan het meisje naast hem, beide wachtend op de volgende bestelling. “Ik heet...”, maar nog voordat ze hem kan antwoorden wordt er een bestelling in haar handen gedrukt. Hij kijkt haar na totdat de groene maaltijdbox volledig uit het zicht is verdwenen. Ik zie de contactadvertentie al voor me: Shoarma-jongen zkt pizza-meisje.