Ik verwonder me iedere keer als de treindeur opengaat over hoe verschillend wij mensen zijn. Alsof je een zak Engelse drop opentrekt en je naarmate de zak verder scheurt telkens een nieuw soort dropje tegenkomt. Ook hier is de ene lekkerder dan de andere, maar ja de vieze moeten er toch een keer uit. Het zal hen zelf een worst wezen, als ze er allemaal maar als allereerste uit mogen.
Soms zijn er van die dagen dat je de hele wereld aankunt. De energie vliegt vanuit je kleinste teen naar het puntje van je duim en via je oren weer naar buiten. Alsof je continu een rode peper in je reet hebt, ook al is die voor niemand zichtbaar. Gisteren was vooral niet zo’n dag. Wat voelde ik me beroerd. Een hele dag op bed gelegen. Zelfs die rode peper hielp niet.