Ik verwonder me iedere keer als de treindeur opengaat over hoe verschillend wij mensen zijn. Alsof je een zak Engelse drop opentrekt en je naarmate de zak verder scheurt telkens een nieuw soort dropje tegenkomt. Ook hier is de ene lekkerder dan de andere, maar ja de vieze moeten er toch een keer uit. Het zal hen zelf een worst wezen, als ze er allemaal maar als allereerste uit mogen.
“Ik heb nog nooit een boek gelezen.” “Ik ook niet. Oh jawel, één keer op de middelbare school voor een boekverslag. Iets met een aanslag.” Terwijl een vrouw met een schaar losgaat op mijn haar luister ik naar twee andere kapsters op de bank. De een heeft paarse verf in haar haar en de ander is ingepakt met aluminiumfolie. Ik hoop dat ze me echt heel langzaam knipt.