Ik verwonder me iedere keer als de treindeur opengaat over hoe verschillend wij mensen zijn. Alsof je een zak Engelse drop opentrekt en je naarmate de zak verder scheurt telkens een nieuw soort dropje tegenkomt. Ook hier is de ene lekkerder dan de andere, maar ja de vieze moeten er toch een keer uit. Het zal hen zelf een worst wezen, als ze er allemaal maar als allereerste uit mogen.
Ik staar naar het geel, groen en rode neonbord. ‘Ethiopisch restaurant’ staat er. Ik fiets hier dagelijks langs en iedere keer vraag ik me af wat daar nou gebeurt. Ik heb namelijk echt geen idee wat typisch Ethiopisch is. “Je krijgt een hele grote deegflap en daar gooi je allemaal hapjes op”, zegt ze als we langs fietsen. Noem het dan gewoon een pannenkoekenrestaurant.