'Hé Piet, hoe gaat het?' Piet zit op een rollator voor zich uit te staren met een straatkrant in zijn hand als een andere man hem aanspreekt. 'Pfff wat een kloteweer' murmelt hij terug. 'Hahaha, Piet. Ik vind het fantastisch. Weet je waarom? Omdat iedereen nu sacherijnig is, en dan ben ik juist vrolijk! Zeker als ik jou zo zie zitten. Later, Piet!'
De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.