'Hé Piet, hoe gaat het?' Piet zit op een rollator voor zich uit te staren met een straatkrant in zijn hand als een andere man hem aanspreekt. 'Pfff wat een kloteweer' murmelt hij terug. 'Hahaha, Piet. Ik vind het fantastisch. Weet je waarom? Omdat iedereen nu sacherijnig is, en dan ben ik juist vrolijk! Zeker als ik jou zo zie zitten. Later, Piet!'
Terwijl krakende hijskranen in het westen balletpasjes in de lucht uitvoeren, toeteren er auto’s en vrachtwagens in het oostelijk deel van de stad. Vanuit het noorden hoor ik fietsen met brullende kinderzitjes, althans de kinderen op de zitjes brullen en in het zuiden, in het zuiden klinkt de Dom. Maar hier midden op het dak, hier lijkt het stil. Zoals een stiltecoupé, niet roken, 2e klas.