'Hé Piet, hoe gaat het?' Piet zit op een rollator voor zich uit te staren met een straatkrant in zijn hand als een andere man hem aanspreekt. 'Pfff wat een kloteweer' murmelt hij terug. 'Hahaha, Piet. Ik vind het fantastisch. Weet je waarom? Omdat iedereen nu sacherijnig is, en dan ben ik juist vrolijk! Zeker als ik jou zo zie zitten. Later, Piet!'
Met zorgvuldig uitgemeten passen komt hij op haar af. Zijn mondhoeken worden steeds breder zodat een witte tandenrij in volle glorie is te zien. Hij schraapt, veegt met zijn mouw de regendruppels van zijn voorhoofd en roept enthousiast: “Jou moet ik hebben!” “Nee, ik jou!” “Fuck, voor wie sta jij dan?” “Hartstichting.” “Jij?” “Oxfam Novib.” “Balen.”