'Hé Piet, hoe gaat het?' Piet zit op een rollator voor zich uit te staren met een straatkrant in zijn hand als een andere man hem aanspreekt. 'Pfff wat een kloteweer' murmelt hij terug. 'Hahaha, Piet. Ik vind het fantastisch. Weet je waarom? Omdat iedereen nu sacherijnig is, en dan ben ik juist vrolijk! Zeker als ik jou zo zie zitten. Later, Piet!'
Je hebt twee soorten mensen. Mail-mensen en bel-mensen. Zoals het doet vermoeden doet de ene helft alles het liefste via de telefoon en propt de ander zijn gedachten in een digitaal envelopje. Prima verdeling lijkt het, totdat mail-mensen je gaan bellen en bel-mensen je gaan mailen. Resultaat: verbale kortsluiting. Waar is de fax als je hem nodig hebt?