“Is het een cadeau?” Ik knik. Ze pakt de rode rozen uit mijn handen en brengt ze naar haar heilige domein achter de toonbank. Vingervlug schikt ze de bloemen tot een mooie bos in elkaar, bijeengehouden door een simpel blauw elastiekje. Daarna rolt ze er een vel plastic omheen. Niks meer, niks minder. Zelfs geen gekruld lintje. “Bloemen zeggen al genoeg.”
“Neem maar gewoon wat lekkers mee, maakt niet uit wat!”, schreeuwt ze van de ene kant van de straat naar haar vriendin die op het punt staat om de Albert Heijn in te lopen. Nog voordat ze de schuifdeuren passeert, schreeuwt ze er achteraan: “Doe maar zo’n grote zak, die dure, en ik wil absoluut géén naturel, paprika of ribbelchips. OK?”