Wat begon met een onschuldige service eindigt niet veel later op een bed in het ziekenhuis. Arm uit de kom. Ik niet hoor, maar mijn tegenpartij. Even de boel recht trekken en we konden gelukkig weer naar huis. Op dat moment kun je twee dingen doen: als een zielig hoopje op de bank liggen of de pijn in de kroeg wegspoelen met bier. “Was het nou eigenlijk een punt of niet?”
Vannacht voelde ik me weer even een puber op de middelbare school. Ouderwets een nachtje doorbeuken om een deadline te halen. Voor een werkstuk over trillende aardplaten of een so met Duitse kutzinnetjes. En dat iemand dan ‘s ochtends vraagt of je goed geleerd hebt, waarop je met stuwwallen onder je ogen antwoordt: “Mwah, heb eigenlijks niks gedaan.”