Wat begon met een onschuldige service eindigt niet veel later op een bed in het ziekenhuis. Arm uit de kom. Ik niet hoor, maar mijn tegenpartij. Even de boel recht trekken en we konden gelukkig weer naar huis. Op dat moment kun je twee dingen doen: als een zielig hoopje op de bank liggen of de pijn in de kroeg wegspoelen met bier. “Was het nou eigenlijk een punt of niet?”
“Gefeliciteerd!” “Waarmee?” “Je moeder is toch jarig?” “Dus?” “Nou, gefeliciteerd.” “Nou, dank je wel.” Ik heb nooit begrepen waarom mensen dat doen: iemand feliciteren met een familielid. Alsof het ook een soort van mijn feestje is. Nou, in dat geval zou ik nu samen met mijn moeder op de bar staan te dansen met shotjes Goldstrike in mijn handen en mijn broek op mijn enkels.