Toen ik vanochtend het gordijn open deed keek ik tegen een paars met groene bouwkraan aan. Zo eentje van Fisher Price, maar dan in het echie. Een oranje container, tot de nok toe gevuld, werd vanaf de straat zo over het dak van een huis getild. Alsof het inderdaad speelgoed was. Het is maar goed dat ik niet de machinist ben, want ik liet als kind toch het liefste alles vallen.
Tegenover mij woont een kat. Ik betwijfel of het echt zijn huis is, maar hij ligt in ieder geval vaak voor het raam. Net als ik. Samen discussièˆren we over wat er allemaal beneden op straat gebeurt. We grinniken naar die kleine grijze man met een te grote gele muts. Tenminste, ik grinnik, hij miauwt. Totdat de man opkijkt, dan is hij plots onvindbaar.