“Hé, dit is volgens mij een docent van mijn middelbare school.” Tijd voor het zaterdagritueel. Na de krant te hebben doorgespit op politiek, oorlogen en klimaatproblemen, stuit ze op de laatste pagina met familieberichten. Met precisie worden de overlijdensadvertenties en geboorteberichten onder de loep genomen. Sterk staaltje roddeljournalistiek als je het mij vraagt.
Tegenover mij woont een kat. Ik betwijfel of het echt zijn huis is, maar hij ligt in ieder geval vaak voor het raam. Net als ik. Samen discussiëren we over wat er allemaal beneden op straat gebeurt. We grinniken naar die kleine grijze man met een te grote gele muts. Tenminste, ik grinnik, hij miauwt. Totdat de man opkijkt, dan is hij plots onvindbaar.