De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.
Het oudere stelletje, de tokkiemoeder in haar strakke panterlegging, het buitenlandse jongetje dat driftig voorbij rent, de vader op zijn bakfiets, het blonde meisje met een buitenboordbeugel en de creatieve kunstacademie jongen met zijn wilde kapsel en veel te grote tekenmap. In het stadskantoor is iedereen gelijk: een burger met een bonnetje. Pling. Volgende.