Het is half één: schafttijd. Zes bouwvakkers met het gruis nog achter hun oren lopen sloffend door de Schoutenstraat, langs de broodjeszaak van Bigoli. “He, dit ziet er wel goed uit. Italiaans zo te zien. Biologisch ook. Hé Gerrit, wil je biologisch lunchen?”, vraagt de man achterop. Zonder zich ook maar om te draaien roept de voorman: “Nee, dank je, ben net ziek geweest.”
Godskolere wat is het koud. Soms stap je weleens ergens binnen waar de verwarming zo hoog staat dat je met een warme zweterige subtropische palmboom in je gezicht wordt geslagen. Vandaag lijkt het eerder alsof ik midden in de Finse sneeuw zonder kleren naar buiten ben gestapt en een verdwaald rendier me de hele tijd zachtjes op mijn ballen blaast.