Toen ik vanochtend wakker werd, dacht ik aan mijn pianostemmer van vroeger. Eens in de zoveel tijd stond hij plots op de stoep, alsof hij wekenlang in de heg bij de voordeur had gezeten. Met de precisie van een chirurg opende hij de piano en tikte hij op iedere klankhamer om de juiste toon te bereiken. Als hij daarna begon te spelen, klonk alles dat wrang was weer in evenwicht.
Soms zijn er van die dagen dat je de hele wereld aankunt. De energie vliegt vanuit je kleinste teen naar het puntje van je duim en via je oren weer naar buiten. Alsof je continu een rode peper in je reet hebt, ook al is die voor niemand zichtbaar. Gisteren was vooral niet zo’n dag. Wat voelde ik me beroerd. Een hele dag op bed gelegen. Zelfs die rode peper hielp niet.