Toen ik vanochtend wakker werd, dacht ik aan mijn pianostemmer van vroeger. Eens in de zoveel tijd stond hij plots op de stoep, alsof hij wekenlang in de heg bij de voordeur had gezeten. Met de precisie van een chirurg opende hij de piano en tikte hij op iedere klankhamer om de juiste toon te bereiken. Als hij daarna begon te spelen, klonk alles dat wrang was weer in evenwicht.
De Hardebollenstraat. Ik begrijp goed dat ze deze straat ooit zo genoemd hebben, maar sinds de dames van lichte zeden hun koffers hebben gepakt komen er nog weinig harde bollen of ballen aan te pas. In plaats daarvan is het een hotspot voor nachtelijke onderonsjes tussen dronken studenten, Surinamers en zwervers. Ze kunnen het beter de Ouwehoerenstraat noemen.