“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
Ik ben jaloers op mensen die goed kunnen niezen. Ik zag net een man die het echt kan. Een professional. Het zit ‘m in de juiste houding en het geluid: de rechterhand gaat omhoog, de rug trekt langzaam samen en op het moment dat hij door zijn knieën gaat klinkt er een oerkreet gepaard met een vloedgolf van snotdruppels en slierten tot ver naast de zakdoek. Chapeau!