“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
Mannen en thee. Dat is net zoiets als vrouwen en whisky, bejaarden die aan een raketje likken, of seks met een condoom. Het bestaat wel, maar echt lekker rijmen doet het niet. Tenzij je ziek bent; dan mag je liters thee drinken. Op de bank onder een wollen dekentje, waar niemand je ziet. En dan het liefst een heerlijke kop kamillethee met honing, gember en een schijfje citroen.