“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
“White heroin sold as cocain.” Op de Dam, het Rembrandtplein, de bloemenmarkt. Overal staan dezelfde neon letterborden. Het is vast bedoeld om af te schrikken, maar het lijkt eerder op een aanmoediging. Welkom in Amsterdam, hier is een bezoek aan het Rijksmuseum hetzelfde als heroïne in je neus: a once in a lifetime experience.