“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
Voor sommigen is het onlosmakelijk verbonden met romantiek: samen aan het aanrecht. De een wast, de ander droogt af. Een soort yin & yang met schuimend zeepsop. Een moment waarop flirtende blikken en handen elkaar per ongeluk kruisen. Ik zie alleen een overvol aanrecht dat me aanstaart en ontdek mijn romantiek in een schone lepel.