“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
“Gefeliciteerd!” “Waarmee?” “Je moeder is toch jarig?” “Dus?” “Nou, gefeliciteerd.” “Nou, dank je wel.” Ik heb nooit begrepen waarom mensen dat doen: iemand feliciteren met een familielid. Alsof het ook een soort van mijn feestje is. Nou, in dat geval zou ik nu samen met mijn moeder op de bar staan te dansen met shotjes Goldstrike in mijn handen en mijn broek op mijn enkels.