“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
Vakantie maakt meer kapot dan je lief is. Een paar dagen weg van Utrecht en ik ben opeens een heel ander mens. Had ik altijd een godsgruwelijke hekel aan alles wat met tuinieren te maken heeft, heb ik net, nota bene vrijwillig, het gazon van een ander gemaaid. Ik betrapte mezelf zelfs op een voldane grijns op mijn gezicht. Zo zie je, het gras bij de buren is inderdaad groener.