“Is deze ook van u?”, vraagt de cassière terwijl ze in haar rechterhand een sperzieboon vasthoudt. Het lullige groene slurfje bungelt tussen haar vingers zoals een slap Frans frietje dat in de buurt van de route de soleil op een warmhoudplaatje ligt te wachten op een of andere vrachtwagen- chauffeur die Günter heet. Ik wijs stiekem naar de vrouw achter me. “Nee, misschien van haar”.
Een vader komt samen met zijn zoontje en dochter binnen om te lunchen. Het jongetje bestelt stoer een tosti zoals grote mensen dat doen. Zodra zijn bestelling op tafel komt is zijn stoere blik echter snel verdwenen. Op het bord ligt volgens plan een tosti met een klein bakje tomatenketchup, maar daarnaast staat nog een schaaltje. “Moet ik die salade ook opeten?”