"Wie was er dan?" "Ja, ik!" Een grote man doet een stap naar voren en strekt zijn hand uit. Met kracht, zoals revolutionairen op de barricade dat doen. Al heeft deze man geen baret. En is er van een barricade ook niet echt sprake, op de balie na waar een jongen er achter verschrikt wacht op wat er nog meer gaat komen. "Ik wil graag vier printjes afrekenen. En een nietje."
De stad is officieel ontwaakt uit haar winterslaap. Of beter gezegd herfstslaap. De geluiden die voor lange tijd waren verborgen komen door de open deuren en ramen naar buiten: malende koffiemolens, au claire de la lune’s op piano’s en rommelende laatjes van mannen die driftig op zoek zijn naar hun zonnebril. Het enige waar mensen zich nu nog druk om maken, is of ze met zonder jas naar buiten kunnen.