"Wie was er dan?" "Ja, ik!" Een grote man doet een stap naar voren en strekt zijn hand uit. Met kracht, zoals revolutionairen op de barricade dat doen. Al heeft deze man geen baret. En is er van een barricade ook niet echt sprake, op de balie na waar een jongen er achter verschrikt wacht op wat er nog meer gaat komen. "Ik wil graag vier printjes afrekenen. En een nietje."
Elke dag staat hij op zijn vaste plek naast de ingang, met in zijn handen de daklozenkrant. Hij lijkt op een grote bruine beer, alleen dan niet bruin, maar wel net zo groot met wilde lange haren. Hij groet me als ik weer naar buiten loop en ik besluit een krant te kopen. Voor het eerst zie ik zijn lach en zijn gebrek aan tanden. Deze beer heeft al heel wat avonturen verslonden.