"Wie was er dan?" "Ja, ik!" Een grote man doet een stap naar voren en strekt zijn hand uit. Met kracht, zoals revolutionairen op de barricade dat doen. Al heeft deze man geen baret. En is er van een barricade ook niet echt sprake, op de balie na waar een jongen er achter verschrikt wacht op wat er nog meer gaat komen. "Ik wil graag vier printjes afrekenen. En een nietje."
Ik staar naar het geel, groen en rode neonbord. ‘Ethiopisch restaurant’ staat er. Ik fiets hier dagelijks langs en iedere keer vraag ik me af wat daar nou gebeurt. Ik heb namelijk echt geen idee wat typisch Ethiopisch is. “Je krijgt een hele grote deegflap en daar gooi je allemaal hapjes op”, zegt ze als we langs fietsen. Noem het dan gewoon een pannenkoekenrestaurant.