Duwtje in de rug

Met een rood bezweet hoofd rennen de marathonlopers over de ongelijke kasseien me tegemoet. In de straat waar ik loop, staan geen toeschouwers. Vanbinnen bekruipt me het gevoel dat ík ze moet aanmoedigen. Maar wat moet ik roepen? Als er een voorbijkomt mompelt een oudere man naast me zachtjes: “Zet ‘m op jongen, nog een klein stukje.” Als dat je geen vleugels geeft.

Kinderlijk eenvoudig

8/12/2019

Terwijl volwassenen op het terras driftig bezig zijn met een stoelendans kruipt zij vrolijk langs op haar knietjes met een roze zonnebril op haar hoofd. Ik hoor haar denken: “Laat die mensen zich maar lekker druk maken om een plekje in het zonnetje. Ik ga zo een bord spaghetti eten dat meer op mijn kin komt dan in mijn mond, en daarna poep ik gewoon een luier vol.”