Met een rood bezweet hoofd rennen de marathonlopers over de ongelijke kasseien me tegemoet. In de straat waar ik loop, staan geen toeschouwers. Vanbinnen bekruipt me het gevoel dat ík ze moet aanmoedigen. Maar wat moet ik roepen? Als er een voorbijkomt mompelt een oudere man naast me zachtjes: “Zet ‘m op jongen, nog een klein stukje.” Als dat je geen vleugels geeft.
Guilty pleasures: nummers die je stiekem fantastisch vindt, maar waar je met geen enkel goed fatsoen publiekelijk voor uit durft te komen. Ik betrapte me gisteren in de supermarkt op het vrolijk meeneuriën van Marco Borsato’s ‘Rood’. Hij had me weer compleet te pakken met zijn Riverdance-violen. Gelukkig stond de man met tatoeage-mouwtjes naast me ook blij mee te hummen.