De afgelopen twee dagen was ik alleen thuis. Normaal woon ik samen, maar nu dus even niet. Gelukkig komt ze morgen weer terug. Het zet me alleen wel voor een dilemma. Als ik het huis helemaal spik en span opruim, denkt ze misschien wel dat ik iets te verbergen heb. Maar als ik alles gewoon laat staan, denkt ze straks dat ik een viespeuk ben. Weet je wat, volgende keer ga ík weg. Hoef ik ook die afwas niet te doen.
Hij zit mokkend op een stoel met zijn armen over elkaar. Het is eigenlijk meer een klein krukje, zo’n rond huishoudtrapje dat toevallig tussen alle kledingrekken staat. Hij draagt een blauw geruit colbertje met in zijn nek een prikkend prijskaartje. Zijn pruillip doet een op uitbarsting staande vulkaan verbleken. Dat wordt een ijsje met heel veel bolletjes en spikkels.