Als de zon schijnt, kan ik de hele wereld aan. Echt waar. Alsof er een soort superkracht in mijn buik aangezwengeld wordt waar de Troetelbeertjes en Power Rangers samen nog een puntje aan kunnen zuigen. Met een glimlach van oor tot oor haal ik met gemak mijn pinpas door een apparaat, nadat ik net een half uur op een tosti heb zitten wachten die naar donkerbruin karton smaakt.
Er gaat niks boven nieuwe schoenen. Tenminste, als ze passen. Maar dat laatste blijft een dingetje. Mijn rechtervoet is namelijk iets groter dan mijn linker. Alsof mijn vader bij de ene kant iets te scheutig is geweest en bij de andere kant net een stukje is vergeten. Dus nu loop ik al de hele dag met mijn tenen in een dwangbuis omdat ze morgen wél gaan passen. Toch?