Als de zon schijnt, kan ik de hele wereld aan. Echt waar. Alsof er een soort superkracht in mijn buik aangezwengeld wordt waar de Troetelbeertjes en Power Rangers samen nog een puntje aan kunnen zuigen. Met een glimlach van oor tot oor haal ik met gemak mijn pinpas door een apparaat, nadat ik net een half uur op een tosti heb zitten wachten die naar donkerbruin karton smaakt.
“Gefeliciteerd!” “Waarmee?” “Je moeder is toch jarig?” “Dus?” “Nou, gefeliciteerd.” “Nou, dank je wel.” Ik heb nooit begrepen waarom mensen dat doen: iemand feliciteren met een familielid. Alsof het ook een soort van mijn feestje is. Nou, in dat geval zou ik nu samen met mijn moeder op de bar staan te dansen met shotjes Goldstrike in mijn handen en mijn broek op mijn enkels.