Als de zon schijnt, kan ik de hele wereld aan. Echt waar. Alsof er een soort superkracht in mijn buik aangezwengeld wordt waar de Troetelbeertjes en Power Rangers samen nog een puntje aan kunnen zuigen. Met een glimlach van oor tot oor haal ik met gemak mijn pinpas door een apparaat, nadat ik net een half uur op een tosti heb zitten wachten die naar donkerbruin karton smaakt.
Men neme een kerk, een marktplein en een kroeg. Gooi er een paar eeuwen later nog een ijssalon bij en je hebt gegarandeerd volk. En kinderen die om spikkels zeuren. Soms valt het alleen een beetje stil op straat in de zomer. Daar hebben ze in Venray wat op gevonden: zet twee terrassen recht tegenover elkaar en doe een wedstrijdje wie het langst de ander kan aanstaren.