Als de zon schijnt, kan ik de hele wereld aan. Echt waar. Alsof er een soort superkracht in mijn buik aangezwengeld wordt waar de Troetelbeertjes en Power Rangers samen nog een puntje aan kunnen zuigen. Met een glimlach van oor tot oor haal ik met gemak mijn pinpas door een apparaat, nadat ik net een half uur op een tosti heb zitten wachten die naar donkerbruin karton smaakt.
Met haar blonde Pippi Langkous staartjes klimt ze op de zwarte draadstoel voor het raam. Haar vader bestelt een americano. “Sorry meneer, wij maken foto’s voor de website. Vind u het goed dat jullie mogelijk op de foto staan?” “Ja hoor, geen probleem”, zegt de man. “Oh trouwens, wacht even, dan veeg ik even de schmutz van haar gezicht. Staat ze er tenminste goed op.”