Schrijven is net als poepen. Soms gaat het zo makkelijk dat je bijna vergeet dat je bezig bent en is de klus zo geklaard. Alleen soms gaat het zó moeilijk dat je net zo lang moet drukken dat het bijna pijn doet om tot de ultieme doorbraak te komen. Hoe dan ook, we kunnen er kort of lang om zitten, niemand vindt het fijn als er tijdens de daad naar je wordt gekeken. Ga weg loerend mens naast me!
Tegenover me in de trein zitten twee pubers. “Met tequila gaat het altijd mis, er is geen verhaal met tequila ooit goed geëindigd.” Ik hoor mezelf bevestigend grinniken. Naast me zit een oude man te lezen. Hij draagt een donkerblauw linnen pak en op zijn schoot ligt een bruine leren aktetas. Hoeveel slechte tequilaverhalen zou hij kunnen vertellen?